|
Het omroepbericht meldde dat de trein over tien minuten te verwachten was. De man met de vouwfiets boog zich in onze richting.
“Vroeger heette dat vertraging.” riep hij. “Ze brengen het mooi, tegenwoordig!”
Ik keek om – er stond niemand achter mij: hij moest het wel tegen mij hebben. De man lachte intussen hard om zichzelf.
Een nieuw omroepbericht werd voorgelezen. De trein in de andere richting zou ook over tien minuten binnen komen rijden.
“D’r zit niemand op dat perron!” riep de man weer naar mij. “Gebazel in de ruimte!” En opnieuw volgde een bulderend lach.
Voor de zekerheid keek ik nog eens over mijn schouder. Nog steeds geen mens te bekennen.
[Wat te doen in zo’n situatie? Negeren is onbeleefd, reageren overbodig. Ik besloot schaapachtig te lachen. De man leek het op te vatten als een belediging: hij draaide zijn hoofd abrupt de andere kant op en stapte op de fiets, de naderende trein tegemoet. Mooi.]
Plaats een reactie