|
Het meisje was een jaar of zeven, acht. Het zwoegde de steile weg omhoog. En keek droef.
Op haar hoofd had ze een zwarte pruik. Haar lange blonde haren kwamen er onderuit.
Uit een koker op haar rug stak één pijl. Eén. Een boog had ze om haar schouder geschoven. Op de wangen waren rode strepen geschminkt.
Het maakte de aanblik allemaal niet echt vrolijk.
Ik kreeg sterk de neiging om op haar af te stappen en haar iets bemoedigends te vertellen.
Zoals: “Woensdag is het allemaal weer voorbij.” Of zoiets.
Maar ik liet haar doorrijden. Alleen. De steile weg omhoog.
[Carnaval en Arnhem. Het is geen natuurlijke verbintenis.]
Geef een reactie op Selçuk Reactie annuleren