De koffiemachine was kapot. Twee he-le da-gen!
Het kantoor kon beter tot de grond toe zijn afgefikt. De werknemers liepen verdoofd en verdwaasd rond. Ontwenningsverschijnselen werden afgereageerd op toevallige bezoekers.
Nu moet je weten dat onze koffiemachine niet zomaar een koffiemachine is. Als hij zich zou beperken tot het uitsluitend bereiden van machinekoffie was het allemaal nog wel te overzien geweest.
Maar nee, ons apparaat maakt alles wat warm gedronken moet worden: espresso, cappuccino, soep – noem het en hij doet het!
Nu begrijp je de algehele ontreddering.
T, waar de machine onder valt, werd continu bestookt met aansporingen om de monteur te bellen.
“Die heb ik vanmorgen meteen gebeld.”
“Bel hem dan nog maar een keer. Je weet hoe dat gaat.”
Toen de monteur, zoals dat bij monteurs betaamd, vandaag verscheen, werd hij met haat en hoop ontvangen. Slechts luttele handelingen later vertrok hij weer.
Een zucht van opluchting ging door het kantoor.
[De Bedrijfshulpverlener was vervolgens de klos. Waarom hij niets had gedaan. En of hij geen koffiemachine-reparatiecursus moet gaan doen. Ik zie het gebeuren.]
Plaats een reactie