|
“De sociale wetenschap is bang voor mij.” zei de man. “Daarom hebben ze de rechter gevraagd me op te sluiten. Weet je wanneer dat was?”
Ik schudde mijn hoofd.
“Elf september.” zei de man veelbetekenend. “Tweeduizendéén.” Hij ging achterover zitten.
“En dezelfde dag vlogen er vliegtuigen in wolkenkrabbers.”
“Zo.” zei ik, onder de indruk.
“En diezelfde week is een advocaat vermoord. Weet je op welke dag die geboren was?” Weer moest ik ontkennend antwoorden.
“Elf september.” De man keek zo mogelijk nog triomfantelijker.
“Nee.” zei ik ontsteld.
“Ja.” zei de man. “En vanaf die tijd is er overal haat. Haat, haat, haat, haat.”
Hij knikte er heftig bij. Toen ging hij voorover zitten en legde de handen op de tafel.
“Maar met Hemelvaart komt alles weer goed.”
[Het was beangstigend tegenover de bron van alle ellende in de wereld te zitten, maar geruststellend te weten dat we het ergste hebben gehad. Wanneer is het eigenlijk Hemelvaart?]
Plaats een reactie