|
Het licht van de badkamer was nog aan toen Arnold Zimmerman licht aangeschoten naar zijn slaapkamer wandelde. Hij opende de deur en liet zich in het bed vallen.
“Kom je?” riep hij. “Ik heb de gordijnen voor je opengelaten.”
Arnold rolde zich in het dekbed en deed zijn ogen dicht. Hij grijnsde. Even maar.
Toen balde hij zijn vuisten en slikte.
Want de badkamer was leeg. Er was niemand. Er zou ook niemand anders meer komen.
[Terwijl het badkamerlicht brandde, bleven de rest van de nacht de gordijnen en de ogen van Arnold open.]
Geef een reactie op Jasper Reactie annuleren