|
“Ik zal de kwestie even in een notendop vertellen.” zei de man toen hij tegenover me aan het bureau ging zitten. Ik knikte.
“Ik ben geboren in 1946.” begon de man zijn levensgeschiedenis. Drie kwartier later had hij me het jaar 1990 ingeloodst.
“We naderen nu de essentie.” zei de man, weer een kwartier later. Weer knikte ik.
Na tien minuten had de man zijn verhaal afgerond. Ik keek op m’n horloge. De man keek op de zijne.
“Oei, ik moet weg.” zei hij, “Ik wist niet dat het al zo laat was. Zullen we een vervolgafspraak maken?”
De man stond op en gaf me een hand. “Dan weet u in elk geval alvast wat van mijn achtergrond.”
[Waar blijft de wereldondergang wanneer je hem nodig hebt?]
Plaats een reactie