|
Ik was een steeg ingelopen – een kortere weg naar mijn doel.
Het weer was bewolkt. Een duif scheerde over mijn hoofd en streek even verder neer. In mijn hoofd ontstonden de eerste dreigende tonen. Ik wist dat ik nu eigenlijk achter me zou moeten kijken – maar ik was groter dan het leven: ik tartte het lot.
Halverwege de steeg stond een verlaten truck van de plaatselijke bibliotheek. Vreemd. Geen chauffeur, geen activiteit.
De duif pikte tussen de stenen van de straat. Iets deed haar schrikken: ze fladderde ineens op en verdween. Ik was nu helemaal alleen. Of niet?
De muziek in mijn hoofd zwol aan. Ze waarschuwde me en maakte me alert. Ik was de truck nu dicht genaderd en moest er omheen. In eerste instantie ging ik linksom. Tromgeroffel, strijkers.
Mis. De buitenspiegel van de wagen belemmerde elke doorgang. Ik werd gedwongen de truck aan de rechterkant te passeren. Pauken kondigden een climax aan. Mijn hart klopte als een gek. Ik slikte.
Bewust van het gevaar, maar onwetend van de aard ervan, liep ik, zo vastberaden mogelijk, langs de andere kant van de vrachtwagen. De seconden die het eiste leken een eeuwigheid te duren. Steeds weer leek ik mijn stappen opnieuw te zetten. Maar toch, uiteindelijk, passeerde ik dan toch definitief de auto.
De muziek kalmeerde. Een piano kabbelde. Ik haalde diep adem. Het gevaar was bezworen. Het avontuur overwonnen.
[Dat soort dingen, hè. Ik maak ze vaak mee. Soms dagelijks. Ik let er al bijna niet meer op.]
Geef een reactie op Bee Reactie annuleren