|
Als kind maakte ik, gewapend met een casetterecordertje en een microfoontje, geluidsopnames van tv-shows van Barbra Streisand. Barbra was een heilige voor mij – haar stem mocht niet door de geluiden van ongelovigen worden bezoedeld. Volstrekte stilte dwong ik daarom af bij de andere aanwezigen.
Toen ik oud genoeg was om ernaar te kijken, was het Eurovisie Songfestival hetzelfde lot beschoren. Wat niemand begreep, was dat het me daarbij niet ging of we wonnen of verloren. Het ging om het Songfestival. Klaar.
Mijn eerste bioscoopfilm was – hoe kan het anders? – The Sound of Music. Tientallen keren heb ik die gezien. Ik ken het libretto uit mijn hoofd. En nog steeds moet ik huilen wanneer Maria haar Kapitein voor zich wint.
Mijn verjaardag vierde ik door mijn vriendjes mee uit te nodigen naar het theater – om naar Annie M.G. Schmidts ‘Foxtrot’ te gaan, bijvoorbeeld. Met Willem Nijholt.
De bewijzen waren talrijk, uitputtend en uitsluitend. En toch was mijn moeder verbaasd toen ik haar vertelde dat ik homo ben.
[Vandaag is ze jarig. Zeg iets aardigs tegen haar, wil je. Ze heeft het al moeilijk zat met iemand als ik.]
Plaats een reactie