|
Voor een etalage van een wicca-winkel stonden een bejaarde moeder en haar dochter van middelbare leeftijd.
Voor wie niet weet wat ‘wicca‘ is: denk aan heksen, hocus-pocus en hunebedden. Zwarte kleding, ernstige, zo niet mysterieuze blikken en een gedragen loop. Alsof de geheimen van het leven zich hebben geopenbaard, zeg maar.
De twee dames keken naar een jurk: fladderig zwart en bezet met, ongetwijfeld geneeskrachtige, kristallen. De etalagepop droeg een amulet met een pentagram.
“Dat zou best iets voor mij zijn.” zei de dochter, terwijl ze de arm van haar moeder vasthield. De moeder zei niks.
“Nee, echt.” zei de dochter, alsof ze was tegengesproken. “Ik heb daar altijd wel iets van gevonden.”
Langzaam draaide het tweetal om. Ze liepen van me vandaan.
[Ik heb het gezicht van de moeder niet gezien. Maar ik durf te wedden dat haar gelaatsuitdrukking het best was te omschrijven met ‘berustend’.]
Geef een reactie op wolvin Reactie annuleren