|
Op de een of andere manier was de afgelopen week er een met veel verdrietige emoties.
Zo was er die ene, die in tranen uitbarstte toen ik informeerde hoe het met haar ging.
“Niet.” snikte ze. “Niet. Vroeger kon ik alles tegelijk – nu heb ik al moeite om me op één ding te concentreren.”
Zo goed en kwaad als het ging probeerde ik haar te troosten. Ik had te weinig tijd, want ik moest naar een begrafenis. Een moeder was overleden en ik ken haar zoon goed. Een grote, robuuste man, wiens stem brak toen hij bij de uitvaart herinneringen aan haar ophaalde. Mijn gemoed – en ongetwijfeld dat van de andere aanwezigen – schoot vol.
Dat was de toon van de hele week. Verdriet en rouw alom. Het mooie weer en ons eigen goede leven kregen ineens een cynisch aanzien.
[Zul je net zien dat er iets misgaat met die tentoonstelling waar we vandaag heengaan. Of het restaurant waar we gaan eten. Het leven is lijden.]
Plaats een reactie