|
We moeten het toegeven: langzamerhand lopen we op ons tandvlees. De verbouwing heeft meer van ons gevergd dan we hadden durven denken.
O nee, we slaan ons nog net niet de hoofden in, Brrrr en ik, maar, als ik voor mezelf mag spreken, mijn stemming is prikkelbaar en humeurig te noemen. Ik ben geen aangenaam gezelschap.
Zo. Dat is eruit.
Maar neem het me es kwalijk met na bijna honderd dagen nog steeds te leven in een huis dat niet van jezelf is, waar de rommel zich verplaatst van deze hoek naar die hoek ginder.
Deze week moet alles afkomen. Is ons beloofd. Maar ja, ze zouden al weken geleden gereed zijn. Steeds weer hebben we begrip opgebracht voor een nieuwe uitloop. Telkens weer toonden we ons vriendelijke gezicht. We zijn de makke schapen op de slachtbank van de middenstand. Maar dat wisten we al.
Laat deze week er alsjeblieft een einde aankomen! De toestand wordt onhoudbaar.
[Hoop en argwaan wisselen mekaar af. Gaan we het redden?]
Plaats een reactie