In de NRC van gisteren (dat dan weer wel) lees ik een artikel over De Jeugd van Tegenwoordig. Je weet wel, die lui van die hit ‘Watskeburt’.
De tekst van het nummer staat erbij afgedrukt. Ondanks de verklarende woordenlijst d’r naast kan ik ‘r geen wijs uit.
Het geruststellende (laten we daar maar es mee beginnen) is dat ik nu weet, dat ik niet gek ben. Het verontrustende, dat ik steeds meer jongeren op deze manier hoor praten. ‘Je bent een sjembek.’ ‘Je bent niet ‘bout it ‘bout.’ ‘Ik ben stang.’ ‘Props.’
Nou ja – verontrustend: taal leeft, dat weet ik ook wel. Het is prachtig om te zien dat onze spraak groeit. Dat mensen nog toekomst zien in dat ouwe communicatiemiddel.
Alleen: ik versta d’r geen moer meer van. Hoe moet ik dan gesprekken afluisteren en opschrijven?
[Ik word oud. Mijn hemel – even een paar jaar geen TopPop meer gekeken en d’r is een hele generatie opgestaan met een eigen taal. Dat wordt ’s avonds geen nieuws meer of Nova. Wil ik nog een beetje bijblijven, zal ik moeten zappen naar TMF of The Box. Ben ik eigenlijk nog wel te redden?]
Plaats een reactie