Hetzelfde willen en hetzelfde niet willen is pas een teken van vriendschap.
Gaius Sallustius Crispus (86–34 vGT)
Eigenlijk heb ik best wel een heelzaam wereldbeeld. Dat is geen Nederlands woord, maar ik bedoel ermee dat alles zijn plaats heeft. Elk mens, elk dier, elke ervaring heeft zijn functie in het leven dat we leiden. Niets is overbodig en alles heeft zijn nut.
Echter.
Hoe ik d’r ook over nadenk, ik kan maar geen positieve bijdrage bedenken die wordt geleverd door de teek.
De teek. Wel es gezien, zo’n beest? Een onooglijk klein, spinachtig wezentje dat zich uit bomen laat vallen op – met name – honden en katten, zich in de huid ingraven en bloed opzuigen tot het als grote, blauwgrijze parels door hun slachtoffers worden meegedragen. Vieze beesten zijn het. Enge, nietsnutterige, vieze beesten.
In de zomertijd – deze tijd dus – ben ik elke week verschillende keren met een tekentangetje in de weer om de ronde rakkers bij de poezen te verwijderen. Soms vinden we d’r eentje op de vloer. Eentje, die zich volgezogen heeft laten vallen. Met hetzelfde tangetje raap ik het kogeltje dan op. Kleine, gitzwarte pootjes worden uit de lichaamsopening gedrukt. Ze krioelen en ik weet niet hoe snel ik het onding door de gootsteen moet wegspoelen. Met flink veel, gloeiend heet water d’r achteraan.
Ik ril. En ik vraag me in alle oprechtheid af wat het nut van deze verderfelijke lastpakken kan zijn. Gelukkig is er weer eentje minder van.
[Zul je net zien, dat ik in een volgend leven terugkeer als zo’n miserabel misbaksel. Nou, als dat het geval is maak ik d’r onmiddellijk een einde aan. Ik klim in de hoogste boom en laat me, met het kopje vooruit, naar beneden vallen!]
Geef een reactie op Twotone Reactie annuleren