Een gezond tussendoortje kan nooit kwaad. Het helpt je de moeilijke momenten van de dag door, geeft je wat extra energie en zorgt ervoor dat je je niet vergrijpt aan ongezonde snacks en snaaiderijen. En het is nog gezellig ook.
Dat weten ook katten.
Zo nemen onze katten bijvoorbeeld zo nu en dan een lekker muisje mee om thuis op te peuzelen. Liefst op de slaapkamer, wanneer we net in onze eerste slaap liggen.
Een ieder die het geluid wel eens heeft gehoord zal het moeten beamen: er is niks vreselijkers dan te moeten luisteren naar een muisje dat opgegeten wordt.
‘Knars, knars’ gaat dat dan. Onze fantasie maakt er de vreselijkste beelden bij. ‘Knars, knars’.
Tevreden spinnend springt het dier even later op het bed, rolt zich op en is in een oogwenk het meest aandoenlijke wezentje dat God ooit heeft geschapen. Terwijl, als bewijs van het ware karakter, op de vloer de niet verorberde resten van het knaagdier liggen te wachten, zodat we ze de volgende dag kunnen opruimen. Een hoofdje, een staartje, wat ingewanden.
Zo begint vaak onze dag.
[Gisteren heb ik drie kadavertjes moeten ruimen. We kunnen ons er alleen maar een idee van maken hoeveel slachtoffers onze pluizenbeesten elke nacht weer maken. ‘Knars, knars’.]
Plaats een reactie