De markt was druk. En als altijd, waar het druk is, waren er mensen die zich er niks van aantrekken.
De smalle doorgang tussen twee kraampjes was geen reden voor twee vrouwen om niet uitgerekend op die plek uitvoerig met elkaar van gedachten te wisselen. Allebei met een kinderwagen overdwars en bijzonder onhandig geplaatst. Het leidde tot een opstopping van de zich toch al moeizaam voortbewegende menigte. Slechts schuifelend konden we vooruit. Teruggaan was zinloos – achter ons was inmiddels een gestaag groeiende groep andere marktbezoekers die ons naar voren duwde.
Toen we langs de twee vrouwen kwamen die de oorzaak van het doorgangsdrama waren, siste ik tegen Brrrr, die voor me schuifelde: “Geef ze es een schop!” Niet echt vriendelijk, maar veroorzaakt door een pure en oprechte filefrustratie.
Het hoofd van een van de twee vrouwen draaide, als door een horzel gestoken, mijn kant op. Ik deed of ik niks in de gaten had en probeerde er zo snel als het kon voorbij te schuifelen.
“Hej da geheurd?” riep de vrouw op schelle toon tegen haar gespreksgenote. “‘Geef ze es een schop’ – het ie gezeit!” Haar mond ging open, maar meer wist ze uit haar felle verontwaardiging niet te roepen. Ik zag niet hoe de andere vrouw reageerde. Brrrr trok me voort.
“Je krijgt nog es klappen.” zei hij later, hoofdschuddend.
[Nogmaals: het was niet aardig van me. En ik had iets anders kunnen zeggen. Maar ik had geen spijt.]
Geef een reactie op peer Reactie annuleren