Ik had een vraag voor de kabelboer. Daarom ging in naar de winkel in de stad.
De zaak was leeg. Een jongen zat achter de balie. Hij keek op toen ik voor hem stond.
Mijn hemel! Ricky Martin en Jean Claude van Damme hadden liggen rollebollen en hij was het gevolg! Biceps als kabeltouwen en kanonskogels waar anderen hun schouders hebben. Hoe hij die door zijn lichte polo had weten te persen zonder het textiel te beschadigen, was me een raadsel. Zijn bovenlichaam hield de stof gespannen. Bij elke ademhaling bewogen zijn borstspieren als onafhankelijke wezens. Zou ik mijn intrek in de UPC-winkel kunnen nemen?
-„Waarmee kan ik je helpen?� vroeg hij vriendelijk. Honderden antwoorden kwamen in me op, maar geen een daarvan kon ik fatsoenlijkerwijs gebruiken. Dus vertelde ik waarvoor ik oorspronkelijk kwam.
-„Dat moet ik even opzoeken.� zei hij. De jongen ging aan de slag met de computer. Hij had duidelijk het verstand van zijn gespierde vader, want er leek geen eind aan zijn speurtocht te komen. Ik vond dat niet erg. Mijn uitzicht was prima.
-„Wacht even.� mompelde de jongen. Hij keek op van zijn scherm, zoekend naar een collega die hem te hulp kon schieten. Die kwam en luisterde naar het probleem. Met twee muisklikken loste die het op.
-„Dat hebben we niet bij ons in Rotterdam.� zei de jongen verlegen.
Rotterdam! Daar wil ik ook wonen!
[Natuurlijk was dit slechts een tijdelijke bevlieging. Toen ik eenmaal buiten stond wist ik dat slechts mijn lagere instincten spraken. Maar wat een hemelse instincten! Ik droop af. Letterlijk.]
Geef een reactie op Steve Reactie annuleren