We hebben nu al ik-weet-niet-hoelang geen videorecorder meer — en het is een zegen.
Afgelopen week schreef Emma Brunt in Het Parool een artikel over het verzadigingspunt van hebben. Zij had het ook weer van iemand anders, maar ik weet niet meer van wie. Volgens die ander, die met instemming door Brunt werd geciteerd, kan een mens maar een bepaalde hoeveelheid consumeren. Van alles wat dan nog erbij komt aan bezittingen raakt het emotionele afvoerputje verstopt, om het zo maar es te zeggen.
Ik weet wat er wordt bedoelt. Je raakt een slaaf van wat je hebt en daar word je niet gelukkiger van.
Om nog maar even op die videorecorder terug te komen: op enig moment hadden we er zelfs twee. Zodat we gelijktijdig een programma konden opnemen en een ander bekijken.
Hoewel we dat eerste apparaat hadden aangeschaft om niet meer zo afhankelijk te zijn van de uitzendtijden van televisieprogramma’s, verslibte ons sociale leven omdat we uiteindelijk nog zoveel moesten zien.
Maar toen ging de ene kapot, korte tijd later gevolgd door de ander. We zaten zonder.
En tot onze grote verbazing kwam hierdoor de rust weer terug in ons leven. We waren nog net op tijd bevrijd van onze televisie-verslaving. We hoeven nu niet meer thuis te blijven voor wat voor een programma dan ook. We hebben de macht weer terug in handen.
[Een zeldzame uitzondering op bovenstaand credo vormde ‘Wie is de Mol’. Omdat we één uitzending hadden gemist trokken we de volgende vrijdag de gordijnen dicht en keken om tien uur ’s ochtends naar de herhaling. Maar gelukkig weten we sinds gisteren hoe de reeks is geëindigd en kunnen we weer gewoon superieur gedrag veinzen. Ook wij zijn niet perfect.]
Plaats een reactie